-
1 masker
1 [gezichtsbedekking] mask2 [cosmetisch preparaat] (face) mask4 [schijn] mask♦voorbeelden:1 zijn masker afdoen/laten vallen • remove/drop one's mask4 onder het masker van vriendschap • under a/the mask of friendship -
2 Maske
Maske〈v.; Maske, Masken〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 jemandem die Maske herunterreißen • iemand het masker afrukken, ontmaskerenunter der Maske der Freundschaft • onder het mom van vriendschap
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский